Examen VCA basis gratis | Veiligstellen van installaties

Veiligstellen van installaties en apparatuur | Functie en werkwijze | Examen VCA basis gratis


2.1.19 Functie en werkwijze bij veiligstellen van installaties en apparatuur


1. Functie:
- Voorkomen dat apparaten en installatieonderdelen onbedoeld in beweging komen.
- Voorkomen dat apparaten, machines en installatieonderdelen onbedoeld onder elektrische spanning komen.
- Controle op het drukvrij zijn van installaties en of apparatuur.

1. Werkwijze:
- Alleen veiligstellen door bevoegde personen.
- Buiten gebruik stellen.
- Borgen tegen wederinschakeling en markeren.
- Controleren of installatie of apparatuur veiliggesteld is.


Examen VCA basis gratis


---------------------------------

VCA oefenvragen

---------------------------------

1. Is het voorkomen dat apparaten onbedoeld in beweging komen een doel van het veiligstellen van apparaten?


A. Het voorkomen dat apparaten nog verder werken door gebruik te maken van de noodstop is een doel van het veiligstellen van apparaten.

B. Het voorkomen dat apparaten onbedoeld in beweging komen is een doel van het veiligstellen van apparaten.

C. Het voorkomen dat apparaten gaan trillen tijdens het werken is een doel van het veiligstellen van apparaten.

Keuze A...........Keuze B...........Keuze C

---------------------------------

2. Is het voorkomen dat machines onbedoeld in beweging komen een doel van het veiligstellen van apparaten?


A. Het controleren van de werking van de noodstoppen is een doel van het veiligstellen van machines.

B. Het voorkomen dat machines minder gaan produceren is een doel van het veiligstellen van machines.

C. Het voorkomen dat machines onbedoeld in beweging komen is een doel van het veiligstellen van machines.


Keuze A...........Keuze B...........Keuze C

---------------------------------

3. Is het voorkomen dat installatieonderdelen onbedoeld in beweging komen een doel van het veiligstellen van apparaten?

Het voorkomen dat installatieonderdelen onbedoeld in beweging komen is een doel van het veiligstellen van installatieonderdelen.

4. Is het voorkomen dat apparaten onbedoeld onder spanning komen een doel van het veiligstellen van apparaten?

Het voorkomen dat apparaten onbedoeld onder spanning komen is een doel van het veiligstellen van apparaten.

5. Is het voorkomen dat machines onbedoeld onder spanning komen een doel van het veiligstellen van machines?

Het voorkomen dat machines onbedoeld onder spanning komen is een doel van het veiligstellen van machines.

6. Is het voorkomen dat installatieonderdelen onbedoeld onder spanning komen een doel van het veiligstellen van installatieonderdelen?

Het voorkomen dat installatieonderdelen onbedoeld onder spanning komen is een doel van het veiligstellen van installatieonderdelen.

7. Wie mag installaties en apparatuur veiligstellen?

Enkel bevoegde personen mogen installaties en apparatuur veilig stellen.

8. Wanneer moet een installatie of apparatuur na het vrijstellen door een bevoegd persoon geborgd en gemarkeerd worden?

Een installatie of apparatuur moet altijd na het vrijstellen door een bevoegd persoon geborgd en gemarkeerd worden.

9. Moet een installatie of apparatuur na het veiligstellen nog extra gecontroleerd worden of de vrijstelling effectief is.

Na het vrijstellen van een installatie of apparatuur moet er een extra controle zijn om te controleren of de installatie of apparatuur effectief vrijgesteld zijn.

<< Terug
VCA --------------------------------------------------------------
1. Voorbereiden, bespreken en inspecteren van de werkzaamheden
2. Uitvoeren van werkzaamheden
2.1 Werkplek
...
2.1.17 Aandachtspunten bij zittend en staand werken
2.1.18 Functie van steekflenzen en situaties voor toepassing van een steekflens

--> 2.1.19 Functie en werkwijze bij veiligstellen van installaties en apparatuur <--

2.1.20 Principes van veiligheidssignalering en gezondheidssignalering
2.1.21 Eisen voor veiligheids- en gezondheidssignalering
...
2.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
2.3 Arbeidsmiddelen
2.4 Specifieke werkzaamheden en omstandigheden
3. Beheersen van specifieke gevaren
4. Beheersen van incidenten en noodsituaties



Examen VCA basis