A. Een te hoge bloeddruk met als gevolg hinderlijke fluittonen, pieptonen of bromtonen die niet uit de omgeving komen.
B. Vermoeidheid met als gevolg hinderlijke fluittonen, pieptonen of bromtonen die niet uit de omgeving komen.
C. Door een te veel aan geluid kan er blijvende gehoorschade optreden met als gevolg hinderlijke fluittonen, pieptonen of bromtonen die niet uit de omgeving komen.
<< Terug