VCA

VCA Gratis Online Oefenen

Pagina's

VCA Behalen
VCA Oefenvragen Gratis Online

Keuze C | Oefenvraag 296 | VCA Proefexamen

Keuze C is Juist

De bediener van een nagelmachine moet als veiligheidsmaatregel de kop van de nagelmachine stevig op het werkstuk drukken.

Ga naar volgende vraag: Oefenvraag 297 | VCA Proefexamen

<< Terug

Volgende Vraag >>

Cursus VOL VCA

Abonneren op: Posts (Atom)

1. Voorbereiden, bespreken en inspecteren van de werkzaamheden

1.1 Regelgeving en veiligheidsregels
1.1.1 Begrippen uit de nationale veiligheids- en gezondheidswetgeving
1.1.2 Doelstellingen van de veiligheids- en gezondheidswetgeving
1.1.3 Toepassingsgebied van de veiligheids- en gezondheidswetgeving
1.1.4 Toezicht op naleving van de wetgeving
1.1.5 Uitgangspunten van de veiligheids- en gezondheidswetgeving
1.1.6 Het begrip welzijn
1.1.7 Zorg voor andere personen dan werknemers
1.1.8 Algemene regel ten aanzien van verantwoordelijkheid
1.1.9 De sanctioneringsmogelijkheden van de arbeidsinspectie
1.1.10 Doelstellingen veiligheids- en gezondheidswetgeving inzake uitzendwerk
1.1.11 Uitgangspunten veiligheids- en gezondheidswetgeving inzake uitzendwerk
1.1.12 Bijstand op het gebied van preventie en bescherming
1.1.13 Verplichtingen ten aanzien van gezondheidstoezicht
1.1.14 Bijstand op het gebied van preventie en bescherming
1.1.15 Deskundige personen of diensten
1.1.16 Toepassingsgebied van het gezondheidstoezicht
1.1.17 Verplichtingen ten aanzien van gezondheidstoezicht
1.1.18 Centrale preventiedienst voor de uitzendsector (Preventie en Interim (P&I))
1.1.19 De grondbeginselen van de milieuwetgeving
1.1.20 De grondbeginselen van de arbeidstijdenwetgeving
1.1.21 Europese Richtlijnen ten opzichte van nationale wetgeving
1.1.22 Algemene verplichtingen van de werknemer
1.1.23 Algemene rechten van de werknemer
1.1.24 Algemene verplichtingen van de werkgever
1.1.25 Instantie voor melding ernstige arbeidsongevallen
1.1.26 VGM-taken van operationeel leidinggevenden
1.1.27 Verplichtingen inzake voorlichting en opleiding
1.1.28 Taakverdeling en verantwoordelijkheden van inlener en uitzendorganisatie
1.1.29 Taken, rechten, plichten en bevoegdheden
1.1.30 Betekenis, doel en toepassing van VCA-certificatie
1.1.31 Doelstelling van VCU-certificatie
1.1.32 Doelstelling van de VCO-certificatie
1.1.33 Veiligheidspaspoort
1.1.34 Centraal Diploma Register (CDR)
1.1.35 Betekenis van de verplichte opleidingen en VCA-diploma's
1.1.36 Opleidingseisen voor uitzendkrachten en voor medewerkers van de uitzendorganisatie
1.1.37 Algemene veiligheidsregels
1.1.38 Specifieke veiligheidsregels
1.1.39 Werkvergunning en aanvullende werkvergunningen
1.1.40 Functies en inhoud van een werkvergunning
1.1.41 Plichten van betrokken personen bij de werkvergunning
1.1.42 Onderdelen van de werkvergunning
1.1.43 Plichten van de leidinggevende van de operationele medewerkers

1.2 Veilig werken, overleg en inspecties
1.2.1 Gedrag en veilig werken
1.2.2 Orde en netheid
1.2.3 De invloed van het menselijk gedrag op veilig werken
1.2.4 Algemene gedragsregels voor veilig werken
1.2.5 Gedrag en veilig werken
1.2.6 Orde en netheid
1.2.7 Gedragsbeïnvloeding om veiligheid en gezondheid te bevorderen
1.2.8 Taken en aanpak van de intercedent
1.2.9 Communicatie van risico’s en beheersmaatregelen naar de betrokkenen
1.2.10 Inhoud van algemene en specifieke voorlichting aan nieuwe medewerkers
1.2.11 Voorlichting door de uitzendorganisatie
1.2.12 Doorgeleidingsplicht
1.2.13 Overleg in het kader van de veiligheids- en gezondheidswetgeving en VCA
1.2.14 Kenmerken van werkoverleg
1.2.15 Overleg in het kader van de veiligheids- en gezondheidswetgeving en VCA
1.2.16 Aandachtspunten en inhoud van een VGM-bijeenkomst (toolboxmeeting)
1.2.17 Vereisten en de werkwijze bij VGM-bijeenkomsten (toolboxmeeting)
1.2.18 Aandachtspunten bij werkplekinspecties en observatierondes
1.2.19 Voordelen van werkplekinspecties
1.2.20 Werkplekinspecties
1.2.21 Werkoverleg
1.2.22 Overleg in het kader van de veiligheids- en gezondheidswetgeving en VCA
1.2.23 Belang van overleg over veiligheid en gezondheid binnen de uitzendorganisatie
1.2.24 Betrokkenheid van de uitzendkracht bij de VGM-bijeenkomsten (toolboxmeetings)

1.3 Preventie
1.3.1 Gevaar en risico
1.3.2 Risicoverhogende omstandigheden op het werk
1.3.3 Preventie
1.3.4 Preventiemaatregelen en hiërarchie
1.3.5 Risicobeheersing
1.3.6 Gevaren op het werk
1.3.7 Oorzaken van gevaren en risico's
1.3.8 Onveilige handelingen en situaties
1.3.9 Aanpak van onveilige situaties en handelingen
1.3.10 Oorzaken-gevolgenreeks van een ongeval
1.3.11 Ongevallenpiramide
1.3.12 Opleiding VCA basis
1.3.13 Risicovolle werkzaamheden en taken
1.3.14 Aandachtspunten bij risicovolle werkzaamheden
1.3.15 Aanpak van de intercedent
1.3.16 Veiligheidsaspecten in de werkvoorbereiding
1.3.17 Preventieve maatregelen omtrent de aspecten: de mens, de organisatie, de techniek en de omgeving
1.3.18 Directe oorzaken van een ongeval of incident
1.3.19 Taak- risico-analyse
1.3.20 LMRA (Laatste Minuut Risico Analyse)
1.3.21 Situaties met een noodzaak tot op- of bijstellen van een (taak-) risico-analyse
1.3.22 Veiligheid en gezondheid jaarplan
1.3.23 Plan van aanpak

2. Uitvoeren van werkzaamheden
2.1 Werkplek
2.1.1 Gevaren en gevolgen van blootstelling aan te veel geluid
2.1.2 Praktische hulpmiddelen voor inschatting van geluids(druk)niveaus
2.1.3 Trillingen die effect hebben op het lichaam
2.1.4 Gevaren en gevolgen van blootstelling aan te veel trillingen
2.1.5 Aandachtspunten voor verlichting op de werkplek
2.1.6 Struikelen, uitglijden of verstappen
2.1.7 Methoden en maatregelen ter voorkoming van struikelen, uitglijden of verstappen
2.1.8 Gevaren en veiligheidsmaatregelen voor handmatig tillen en verplaatsen
2.1.9 Elementen van het systeem mens en werkomgeving
2.1.10 Eenvoudige theoretische achtergronden van geluidsdruk
2.1.11 Beheersmaatregelen tegen teveel geluid en prioriteiten
2.1.12 Veiligheidsmaatregelen tegen gevaren van trillingen
2.1.13 Invloedsfactoren en beheersmaatregelen voor een prettig werkklimaat
2.1.14 Aandachtspunten voor verlichting op de werkplek
2.1.15 Lichamelijke en mentale belasting
2.1.16 Risicovol handmatig tillen en veiligheidsmaatregelen bij handmatig tillen
2.1.17 Aandachtspunten bij zittend en staand werken
2.1.18 Functie van steekflenzen en situaties voor toepassing van een steekflens
2.1.19 Functie en werkwijze bij veiligstellen van installaties en apparatuur
2.1.20 Principes van veiligheids- en gezondheidssignalering
2.1.21 Eisen voor veiligheids- en gezondheidssignalering
2.1.22 Vorm en betekenis van de verbodsborden
2.1.23 Vorm en betekenis van gebodsborden
2.1.24 Vorm en betekenis van de waarschuwingsborden
2.1.25 Vorm en betekenis van borden voor veiligheidsvoorzieningen
2.1.26 Vorm en betekenis van borden voor brandbestrijding
2.1.27 Betekenis van markeringen

2.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
2.2.1 Toepassing, definitie en functie van PBM
2.2.2 Verplichtingen van verstrekkers en gebruikers van PBM
2.2.3 Gevaren voor de ogen en het gelaat en toepassingen en veilig gebruik van de verschillende PBM
2.2.4 Gevaren voor het gehoor, toepassingen en veilig gebruik van de verschillende PBM
2.2.5 Gevaren voor de ademhaling en toepassingen en veilig gebruik van de verschillende PBM
2.2.6 Gevaren voor het hoofd en eigenschappen en gebruik van de verschillende PBM
2.2.7 Gevaren voor handen en armen en toepassingen en veilig gebruik van verschillende PBM
2.2.8 Gevaren voor voeten en benen en toepassingen en veilig gebruik van verschillende PBM
2.2.9 Gevaren voor het lichaam en toepassingen en veilig gebruik van verschillende PBM
2.2.10 Toepassingen en veilig gebruik van de verschillende PBM tegen vallen

2.3 Arbeidsmiddelen
2.3.1 Algemene gevaren, mogelijke letsels en veiligheidsmaatregelen
2.3.2 Gevaren, de eisen en de veiligheidsmaatregelen bij (kolom)boormachines)
2.3.3 Gevaren, eisen en veiligheidsmaatregelen bij vast opgestelde slijpmachines
2.3.4 Gevaren, eisen en veiligheidsmaatregelen bij vast opgestelde cirkelzagen
2.3.5 Algemene gevaren, mogelijke letsels en veiligheidsmaatregelen
2.3.6 Algemene eisen en veiligheidsmaatregelen bij aangedreven handgereedschap
2.3.7 Eisen en veiligheidsmaatregelen bij handslijpmachines
2.3.8 Eisen en veiligheidsmaatregelen bij handcirkelzagen
2.3.9 Eisen en veiligheidsmaatregelen bij nagel- en nietmachines
2.3.10 Eisen en veiligheidsmaatregelen bij kettingzagen
2.3.11 Eisen, gevaren en veiligheidsmaatregelen bij handgereedschap
2.3.12 Definities, voorbeelden en algemene eisen (hijswerktuigen en hijstoebehoren)
2.3.13 Algemene gevaren en veiligheidsmaatregelen (hijsen)
2.3.14 Algemene gevaren, vereiste documenten en veiligheidsmaatregelen (hijswerktuigen)
2.3.15 Voorbeelden en veiligheidsmaatregelen (hijstoebehoren)
2.3.16 Definitie, voorbeelden, gevaren en veiligheidsmaatregelen (handtakels)
2.3.17 Definitie, gevaren, veiligheidsmaatregelen en eisen (vorkheftrucks)
2.3.18 Definitie, gevaren en preventiemaatregelen (palletwagens)

2.4 Specifieke werkzaamheden en omstandigheden
2.4.1 Gevaren/risico's en veiligheidsmaatregelen bij lassen, snijden en branden
2.4.2 Gevaren en veiligheidsmaatregelen bij sloopwerkzaamheden
2.4.3 Gevaren van en veiligheidsmaatregelen bij het werken bij wand- en vloeropeningen
2.4.4 Zorgvuldig graven, de gevaren en regels bij graafwerkzaamheden
2.4.5 Veiligheidsmaatregelen voor het werken bij of in uitgravingen
2.4.6 Wettelijk verplichte informatie-uitwisseling tussen netbeheerder en graver
2.4.7 Regelgeving voor het werken op hoogte
2.4.8 Gevaren/risico's en veiligheidsmaatregelen bij het werken op hoogte
2.4.9 Gebruikswijze van materiaal voor het werken op hoogte
2.4.10 Eisen voor hoogwerkers en gevaren en veiligheidsmaatregelen bij het werken met hoogwerkers
2.4.11 Gevaren en veiligheidsmaatregelen bij het werken in besloten ruimtes
2.4.12 Extra maatregelen bij het werken met risicoverhogende apparaten en materieel en tijdens risicoverhogende activiteiten in besloten ruimtes

3. Beheersen van specifieke gevaren
3.1 Gevaarlijke stoffen 3.1.1 Indeling en schadelijke werking van gevaarlijke stoffen
3.1.2 Onderscheid tussen het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen in de werkomgeving
3.1.3 Inhoud van het etiket
3.1.4 Betekenis van gevarenpictogrammen van gevaarlijke stoffen
3.1.5 Betekenis van gevaren en veiligheidsaanbevelingen (zinnen) op nieuwe etiketten
3.1.6 Indeling en schadelijke werking van gevaarlijke stoffen
3.1.7 Onderscheid tussen het gebruik en het vervoer van gevaarlijke stoffen in de werkomgeving
3.1.8 Inhoud van het etiket
3.1.9 Betekenis van gevarenpictogrammen van gevaarlijke stoffen
3.1.10 Betekenis van gevaren en veiligheidsaanbevelingen (zinnen) op nieuwe etiketten
3.1.11 Veiligheidsinformatieblad
3.1.12 Maatregelen bij (mogelijke) blootstelling aan gevaarlijke stoffen
3.1.13 Wijze van opname in het lichaam
3.1.14 Medische geschiktheid bij het werken met gevaarlijke stoffen
3.1.15 Periodiek medisch onderzoek bij het werken met gevaarlijke stoffen
3.1.16 Prioriteiten van de maatregelen bij (mogelijke) blootstelling aan gevaarlijke stoffen
3.1.17 Maatregelen bij (mogelijke) blootstelling aan gevaarlijke stoffen
3.1.18 Wijze van opname in het lichaam
3.1.19 Vergiftigingsfactoren
3.1.20 Inwerking en effecten van gevaarlijke stoffen in het lichaam
3.1.21 Monitoring tijdens het werk
3.1.22 Medische geschiktheid bij het werken met gevaarlijke stoffen
3.1.23 Periodiek medisch onderzoek bij het werken met gevaarlijke stoffen
3.1.24 Betekenis van grenswaarden
3.1.25 Beperkingen van reukwaarneming
3.1.26 Werkwijze bij asbestverdacht materiaal
3.1.27 Asbestwetgeving en de handelswijze bij aanwezigheid van asbest
3.1.28 Mogelijke asbestlocaties en te volgen werkwijze
3.1.29 Werkwijze bij asbestverdacht materiaal
3.1.30 Organische oplosmiddelen, cyclische verbindingen, zware metalen, koolstofmonoxide, verven en lakken, cement en kwartsstof
3.1.31 Huishoudmiddelen
3.1.32 Gevaren van en maatregelen tegen een te hoge en een te lage zuurstofconcentratie
3.1.33 Gevaren en oorzaken van lekken en corrigerende en preventieve maatregelen
3.1.34 Gevaren en preventiemaatregelen bij het werken met biologische stoffen of substanties die biologische stoffen bevatten
3.1.35 Kleurcodering van gascilinders en belangrijke gassen
3.1.36 Veiligheidsmaatregelen voor de opslag van gascilinders

3.2 Elektriciteit en straling
3.2.1 Gevaren bij het werken met elektriciteit
3.2.2 Invloed van een elektrische stroom op het lichaam
3.2.3 Ongevalsoorzaken bij het werken met elektriciteit
3.2.4 Gevaren bij het werken met elektriciteit
3.2.5 Invloed van een elektrische stroom op het lichaam
3.2.6 Ongevalsoorzaken bij het werken met elektriciteit
3.2.7 Theorie van elektrocuties
3.2.8 Veiligheidsmaatregelen bij het werken met elektriciteit
3.2.9 Fysieke afscherming
3.2.10 Isolatie
3.2.11 Aardlekschakelaar
3.2.12 Veiligheidsaarding
3.2.13 Gevaren en veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van tijdelijk elektrisch materieel
3.2.14 Statische elektriciteit en veiligheidsmaatregelen
3.2.15 Vereiste kwalificaties van personen die in contact kunnen komen met elektriciteit
3.2.16 Ioniserende straling en de gevaren
3.2.17 Veiligheidsmaatregelen bij ioniserende straling
3.2.18 Niet-ioniserende straling
3.2.19 Veiligheidsmaatregelen bij niet-ioniserende straling

3.3 Brand en explosie
3.3.1 Benodigde factoren voor het ontstaan van een brand of explosie
3.3.2 Begrippen in relatie tot brand en explosie
3.3.3 Invloed van brand op de omgeving
3.3.4 Explosiegevaarlijke omgevingen
3.3.5 Gebruik van een persoonlijke explosiemeter
3.3.6 Explosiegevaarlijke omgevingen
3.3.7 Producten die kunnen leiden tot een explosiegevaarlijke omgeving en de verschillende zones
3.3.8 Gebruik van een stationaire (vast opgestelde) explosiemeter
3.3.9 Gebruik van een persoonlijke explosiemeter
3.3.10 Indeling in brandklassen
3.3.11 Blusmiddelen en brandklassen
3.3.12 Belangrijkste blusprincipes
3.3.13 Gevaren en nadelen van verschillende blusmiddelen
3.3.14 Katalyse
3.3.15 Bluseigenschappen van verschillende blusmiddelen
3.3.16 Handelswijze bij een brand
3.3.17 Taken brandwacht
3.3.18 Taken heetwerkwacht

4 Beheersen van incidenten en noodsituaties
4.1 Ongevallen
4.1.1 Het begrip ongeval en ervan afgeleide termen
4.1.2 Noodzakelijke stappen om herhaling te voorkomen
4.1.3 Handelswijze bij ongevallen, bijna-ongevallen en onveilige situaties en handelingen
4.1.4 Het begrip ongeval en ervan afgeleide termen
4.1.5 Noodzakelijke stappen om herhaling te voorkomen
4.1.6 Handelswijze bij ongevallen, bijna-ongevallen en onveilige situaties en handelingen
4.1.7 Registratie van ongevallen, bijna-ongevallen en onveilige situaties en handelingen
4.1.8 Betrokkenen bij de afhandeling van arbeidsongevallen met uitzendkrachten
4.1.9 Doel van ongevallenonderzoek
4.1.10 Basiselementen van een goed ongevallenonderzoek
4.1.11 Aandachtspunten voor het eindrapport
4.1.12 Doel van ongevallenonderzoek
4.1.13 Basiselementen van een goed ongevallenonderzoek
4.1.14 Aandachtspunten voor het onderzoek op de plaats van het ongeval
4.1.15 Aandachtspunten voor het verzamelen van feiten en gegevens die tot het ongeval hebben geleid
4.1.16 Aandachtspunten voor het interviewen van getuigen en betrokkenen
4.1.17 Aandachtspunten voor het eindrapport

4.2 Noodsituaties
4.2.1 Bedrijfs- (intern) noodplan
4.2.2 Evacuatieplan en de eerste interventie
4.2.3 Noodsituatie
4.2.4 Bestrijding van noodsituaties
4.2.5 Bedrijfshulpverlening
4.2.6 Evacuatieoefening
4.2.7 Instructies met betrekking tot evacuatie
4.2.8 Handelswijze bij alarm

650 Gratis VCA Oefenvragen

VCA Oefenreeks 1
VCA Oefenreeks 2
VCA Oefenreeks 3
VCA Oefenreeks 4
VCA Oefenreeks 5
VCA Oefenreeks 6
VCA Oefenreeks 7
VCA Oefenreeks 8
VCA Oefenreeks 9
VCA Oefenreeks 10
VCA Oefenreeks 11
VCA Oefenreeks 12
VCA Oefenreeks 13

VCA proefexamen, Gratis Oefenvragen

Thema Eenvoudig. Mogelijk gemaakt door Blogger.